Erfgoedvereniging Het Land van Nevele



Werkgebied

  

Het werkgebied dat bij de oprichting van de heemkring "Het Land van Nevele" werd uitgekozen, stemt in grote trekken overeen met het aloude Land van Nevele.

Alhoewel niet strikt noodzakelijk, is het voor een heemkring toch wenselijk een gebied te bestrijken waarin de uitwendige geografische en historische factoren in grote trekken dezelfde waren, want vroeger meer nog dan nu bestonden er (soms grote) verschillen van streek tot streek. Wanneer nu het geografisch gebied met een historisch geheel overeenstemt, weet men al dadelijk dat er een grotere waarborg bestaat voor een belangrijke eenvormigheid in landschapsevolutie, sociaal-economsiche toestanden, instellingen, gebruiken, maten en gewichten, enz. Tevens zullen de vorsers voor hun bronnen aangewezen zijn op dezelfde archieffondsen, wat het zoeken heel wat gemakkelijker maakt.

 

Nevele, de heerlijkheid Nevele, het Land van Nevele, de heren van Nevele zijn begrippen die herhaaldelijk voorkomen in de laat-middeleeuwse en moderne geschiedenis. De heerlijkheid Nevele, waarvan wij de eerste sporen in de XIIe en XIIIe aantreffen, zal blijven bestaan tot de Franse overheersing op het einde van de XVIIe eeuw. De kiem ervan lag in het oude domein (Lat. villa) Nevele, waarvan het zogenaamde foncier (d.w.z. het rechtstreeks aan de heer van het domein toebehorende deel ervan, Lat. terra indominicata) samen met de zogenaamde gemene gronden (Lat. terra communis) de latere "Vrijheid van Nevele" is geworden. De eigenaar van deze villa, waarvan nog in 1084 melding wordt gemaakt, bewoonde te Nevele het kasteel en van daar breidde deze heer zijn gezag uit over de streek. Aldus werd via allerlei omstandigheden de heerlijkheid Nevele uitgebouwd over de streek rond Nevele.

 

Het leenhof van Nevele, met afhankelijkheden in 30 dorpen, telde in 1460 296 en in 1750 417 lenen en achterlenen. Wij menen de naam "Land van Nevele" te mogen geven aan "het niet verkavelde gebied, met het foncier als centrum, waar het gezag van de heer zich door zijn grondbezit en zijn nabijheid rechtstreekser deed gelden en dat van de bezitters van enclaves van andere heerlijkheden in de schaduw stelde, een gebied van aan elkaar grenzende dorpen."

 

In enkele van deze 30 dorpen is het Nevels gebied zeer klein, o.m. te Aalter, Aarsele, Astene, Deinze, Hansbeke, Ruiselede en Baarle. Deze dorpen behoren dan ook niet tot het Land van Nevele. Anderzijds ressorteerden onder het leenhof dorpen die van het Land van Nevele zeker geen deel uitmaakten omdat ze te ver van de kern gelegen waren, nl. Mariakerke (Oostende), Pittem, Vlissegem, Olsene, St.-Baafs-Vijve, Aarsele, Wingene en Tielt.

 

Na uitschakeling van deze vijftien lokaliteiten, blijven er nog vijftien over die eventueel geacht worden tot het Land van Nevele te hebben behoord: Nevele, Vosselare, Landegem, Meigem, Vinkt, Lotenhulle, Drongen, Maria-Leerne, Sint-Martens-Leerne, Deurle, Sint-Martens-Latem, Wontergem, Gottem, Poesele en Zeveren. Het valt nu te bezien of de invloed van Nevele er opwoog tegen die van andere heerlijkheden. In Gottem en Wontergem zal dit wel niet het geval geweest zijn; deze dorpen, die in de Kasselrij Kortrijk lagen, leefden weinig met Nevele mee.

 

De overblijvende 13 lokaliteiten liggen geheel of gedeeltelijk in het aaneengesloten gebied dat "Het Land van Nevele" genoemd werd; Nevele, Vosselare, Meigem, Vinkt, Maria-Leerne (zonder Bachte, dat tot 1823 een afzonderlijke parochie vormde), Sint-Martens-Leerne, Lotenhulle, Zeveren en Poesele volledig; Landegem (Westhoek, Dorp en Heirenthoek), Deurle (een belangrijk deel), Sint-Martens-Latem (de wijk Brakel) en Drongen (enkel Noordhoute) gedeeltelijk.

 

Bij de ingewikkelde structuur van het Oude Regime is het veelal moeilijk iets strak af te lijnen; alles loopt sterk door mekaar op administratief, rechterlijk en leenheerlijk gebied. Het begrip "Land van Nevele" zal wel niet steeds dezelfde inhoud gedekt hebben, maar de bovenstaande opsomming geeft zeker de meest verdedigbare begrenzing weer.

 

Dat de heemkring Deurle, Drongen en Sint-Martens-Latem niet tot zijn domein rekent, volgt uit wat hoger werd uiteengezet. Indien Merendree en Hansbeke er bijkwamen, hoewel ze historisch nooit tot het Land van Nevele hebben behoord, geschiedt dit uit overwegingen van praktische aard: Merendree grenst aan Landegem, het was een dubbele heerlijkheid, samen met Lovendegem, die afhing van het leenhof van Dendermonde. Deze heerlijkheid bekleedde een afzonderlijke plaats in de Gentse Oudburg. Hansbeke is er, uit praktische overwegingen bijgenomen omdat het aan Nevele grenst, alhoewel het zonder twijfel tot het Meetjesland behoort. Sinds 1977 maken Hansbeke en Merendree deel uit van de fusiegemeente Nevele.

 

Het werkgebied van de heemkring beslaat een streek die begrensd wordt door de Leie in het zuidwesten, door de Kasselrij Kortrijk in het zuiden en het westen, door het Meetjesland en Drongen in het noorden.

Deze periferische gebieden beschikken over heem- of geschiedkundige kringen: Heemkring Scheldeveld over de Leie, Kunst- en Oudheidkundige Kring te Deinze, de Leiegouw te Kortrijk, heemkundig Genootschap van het Meetjesland en Heemkundige Kring Dronghine. Het braakliggend terrein dat zich daartussen bevond, komst sedert 1970 nu eveneens aan zijn trekken met de Heemkundige Kring Het Land van Nevele.

 

Raf Van den Abeele, Sint-Martens-Latem

(Tekst: Het Land van Nevele, jg. 1, nr. 1, blz. 8-12)
(Foto's: verzameling André Bollaert)